Goed nieuws met kanttekeningen

ProfielfotoFons Pennings 20-01-2024
322 keer bekeken 0 reacties

Tussen Utrecht, De Bilt, Zeist, Bunnik en Odijk en Driebergen ligt een versnipperd en onbekend buitengebied. De werkgroep Kromme Rijncorridor zet zich in voor behoud en versterking van dit gebied en schrijft daar een serie columns over. Lees hier deel 10 geschreven door Siert de Vos.

Mogelijk heeft u het nieuws al tot u genomen maar de Provincie Utrecht beschouwt 72 locaties niet langer als kansrijk voor de plaatsing van windturbines. Daar behoren o.a. de locaties 72 en 73 toe, of te wel de Groene Driehoek en het buitengebied van Couwenhoven/ Zeist West. Er blijven nu nog 27 kansrijke locaties voor windturbines in de Provincie over. Die gemeenten hebben de opdracht gekregen binnen 6 maanden met voorstellen te komen.
De andere gemeente (zonder kansrijke gebieden dus) moeten binnen 6 maanden besluiten hoe ze  aan de afgesproken verplichtingen voldoen.

Mocht uw kennis over dit onderwerp wat zijn weggezakt (of u door de bomen het bos niet meer ziet), hierbij wat globale context.
In juni 2019 stelde het Rijk het Nederlandse Klimaatakkoord vast met o.a. de opdracht per provincie te zorgen voor de opwekking van wind en zon. De Provincie Utrecht werd aangeslagen voor 2.4 terawatuur (TWh) te bereiken in 2030.
Drie regio’s (waaronder de U16) gingen aan de slag om te komen tot Regionale Energie Strategieën (RESsen). In Zeist werden 2 gebieden voor onderzoek aangewezen; later kwam er een derde bij (kamp Zeist).
De uitkomsten van RES 1.0 leverden zoveel onzekerheden op dat de Provincie besloot zelf de regie in handen te nemen. 
Via enkele tussenstappen leidde dat in het najaar 2023 tot een planMER (Milieu Effect Rapportage) en het Provinciebesluit van januari 2024 zich te richten op 27 locaties.

Goed nieuws dus voor alle bewoners van Zeist, Bunnik, De Bilt, Odijk en al die andere inwoners in de Provincie die windturbines als een bedreiging zagen.
Ook wij – de werkgroep Kromme Rijncorridor - zijn blij dat de windturbines in de Kromme Rijncorridor naar het inzicht van de Provincie zijn afgevallen.
Toch plaatsen wij kritische kanttekeningen bij de gang van zaken en de genomen besluiten.


Het energievraagstuk is een nationaal vraagstuk in Europees verband.
Het gaat om ruimtelijke afwegingen op landelijk schaalniveau en op lange termijn.
Bij gebrek aan nationaal ruimtelijk beleid, gooide de Regering in juni 2019 de opdracht over de schutting. Eigenlijk kwam het erop neer: wij (het Rijk) zorgen voor wind op zee. Op land zijn de Provincies en regio’s aan zet. Dit type van redenering kom je sinds de eeuwwisseling vaker tegen in bestuurlijk Nederland.
De provincies en regio’s waren zo netjes die opdracht te accepteren en gingen op zoek naar plekken waar die windturbines en zonneparken zouden kunnen komen. De zoektocht bestond vooral uit het vinden van plekken die het minste kwaad konden. De meeste gemeenten voldeden aan hun plicht en selecteerden plekken voor 1 of enkele turbines.
Als deze selectie (RES 1.0) zou worden uitgevoerd, zou dat leiden tot een bonte verzameling verspreid liggende turbines of te wel hagelslag in de kleinste provincie van het land met een van de grootste bevolkingsdichtheden.


Terecht dat de Provincie ingreep.
Maar vervolgens deed de Provincie precies hetzelfde als wat iedere regio en gemeente deed: zoeken naar de minst slechte plekken.
In het planMER is een aantal objectieve criteria geformuleerd, waaronder leefomgeving, ecologie en cultuurhistorie&archeologie. Ieder gebied werd langs die criteria gelegd en voorzien van plussen en minnen. Uiteindelijk heeft dat geleid tot het doorstrepen van de meeste locaties, waaronder die in Zeist.
Hoewel op deze criteria weinig valt af te dingen, is daarmee de afweging en de uitkomst niet volledig en juist.

Het belangrijkste ontbreekt: een ruimtelijke Provinciale visie.
Het was het beste geweest als het Klimaatakkoord was voorzien van een nationale ruimtelijke visie. Maar die was er in die periode nog niet.
Bij gebrek daaraan moesten Provincie, regio’s en Gemeenten het zelf maar uitzoeken.

Inmiddels liggen er wel veelbelovende vergezichten over de ruimtelijke toekomst van Nederland. Onder andere de Nationale Omgevingsvisie en de Contourennotitie.
Hoewel deze uitwerking behoeven, geven ze houvast aan alle overheden.
Een van de beste adviezen tot nu toe is dat van het college van Rijksadviseurs (in samenwerking met de Provinciaal adviseurs ruimte).
Enkele punten daaruit:
- Wijs met elkaar vrijwaringsgebieden en transformatiegebieden met kansen voor clustering aan.
- De energietransitie is urgent, maar dat geldt ook voor de landbouwtransitie, de stikstofopgaven, het behoud van biodiversiteit, de klimaatadaptatie, de woningbouwopgave, de mobiliteitstransitie en de transitie naar een circulaire economie. Deze opgaven landen grotendeels in dezelfde ruimte waardoor een integrerende aanpak onvermijdelijk is.

Zie: Advies voor RES 2.0
Ook wij hebben diverse adviezen gegeven. Zie daarvoor onze webpagina op Samen Duurzaam Zeist.


De komende 6 maanden is de Gemeente Zeist aan zet.
De droom van de Brede Milieu Visie uit 2016 om Zeist in 2030 Klimaatneutraal te zijn, ondersteunen we ten volle. Maar de opgave om die o.a. te bereiken via mega windturbines (en zonneparken) steunen we niet.
In navolging van het college van Rijksadviseurs, pleiten wij ervoor het energievraagstuk in verband te brengen met ruimtelijke vraagstukken op een hoger en integraal schaalniveau.
Blijf niet krampachtig vasthouden aan oplossingen binnen de gemeentegrens van
50 km² maar zoek meerwaarde in verbindingen.
De tijd van gemeentegrenzen voor type van vraagstukken is voorbij.

Afbeeldingen

Reageren

X (voorheen Twitter)

Reacties

Velden met een * zijn verplicht.

Anti spam controle *

We gebruiken CAPTCHA als controlemiddel om spam tegen te houden. Vink de checkbox aan om door te gaan. Mogelijk wordt er gevraagd om bepaalde afbeeldingen te selecteren.
Een momentje...

0  reacties

Cookie-instellingen