Omdat Zeist een groene gemeente is, zijn er talloze plekken waar paddentrek plaatsvindt. Die worden soms, maar lang niet altijd, aangegeven met borden. Op wegen door de natuur, zoals de Woudenbergseweg, steken regelmatig padden over. Maar de diertjes gaan bijvoorbeeld ook woonwijken in, op weg naar die ene vijver waar ze zich elk jaar voortplanten.

De grootste bekende hotspots zijn de Jagersingel, Lorentzlaan, Oude Arnhemseweg, Breullaan (rond het pannenkoekenhuis) en De Dreef. Op deze locaties zijn ’s avonds vrijwilligers actief om padden veilig de weg over te helpen. Die kunnen echter niet overal tegelijk zijn, dus ook hier is rustig en oplettend rijden het devies.

De migrerende padden zijn actief vanaf de schemering en kunnen als het warm genoeg is de hele nacht doorgaan. Vooral op vochtige, milde avonden en nachten zijn er veel amfibieën onderweg.

Waarom langzaam rijden helpt
Rustig rijden vergroot niet alleen de kans dat je een pad op tijd ziet. Bij een hoge snelheid sterft het dier ook vaak als het tussen de wielen door glipt, omdat de luchtdruk het dan tegen de onderkant van de auto aan slaat. Dit risico begint bij ca. 40 km/u en neemt sterk toe bij hogere snelheden. Langzaam rijden maakt de overlevingskans van de padden dus een stuk groter.

Zelf padden overzetten
Wil je helpen met padden overzetten? Je kunt dit natuurlijk op eigen initiatief doen. Let wel goed op welke kant de pad op gaat voordat je hem oppakt. Hij zal zijn oorspronkelijke weg namelijk vervolgen nadat je hem in de berm hebt gezet. Kijk bij voorkeur ook uit dat er geen chemicaliën zoals handcrème op je handen zitten, want die kunnen de pad schaden. Het gif van Nederlandse padden is zwak en ongevaarlijk, alleen in wondjes of ogen kan het irritatie geven.

Paddenwerkgroep Zeist-Noord kan nog steeds vrijwilligers gebruiken. De werkgroep werkt niet met roosters maar via een app-groep, dus je kunt komen wanneer en hoelang je zelf wilt. Meer weten of aanmelden? Mail dan naar paddenwerkgroepzeistnoord@gmail.com