Het gebied is van ongekend belang voor natuur en biodiversiteit en de waarde ervan werd al in de 19de eeuw erkend.
Omdat er sindsdien heel veel is verdwenen (en nog is dat proces gaande), pleiten o.a. de Werkgroep Natuurlijk Zeist West, Stichting Milieuzorg en het Utrechts Landschap al jaren voor verbetering (petje af voor hun inspanning).
In 1996 verscheen de brochure “De Groene Driehoek” met aanbevelingen voor natuurherstel. De toenmalige burgemeester, Rudy Boekhoven, schreef in het voorwoord: "Laten we eraan werken dat de Tuin van Zeist tot in de verre toekomst het groene beeld blijft geven dat voor Zeist zo kenmerkend is".
Tijdens een brede bijeenkomst van Samen Duurzaam Zeist in het najaar van 2018, werd een specifieke werkgroep opgericht van (oud) professionals in het ruimtelijk domein met als doel het herstel van natuur en biodiversiteit in Zeist e.o. een boost te geven.
Dat leidde vorig jaar tot het plan het westelijk buitengebied tussen Odijk, Bunnik, Utrecht, de Bilt en Zeist – de Kromme Rijn corridor - voor te dragen als Bijzonder Provinciaal Landschap. Het gebied is de ontbrekende schakel tussen twee natuurgebieden, namelijk de Langbroeker Wetering en het Vechtplassengebied. Een gedeelte van het gebied – de Groene Driehoek – is daarnaast stepping stone tussen de Utrechtse Heuvelrug en het Kromme Rijn gebied.
De aanwijzing tot bijzonder Provinciaal Landschap is een nieuw instrument van de Wet op de Natuurbescherming. Midden Delfland heeft inmiddels die status gekregen. Ook in Noord Holland, zijn er enkele BPL gebieden aangewezen.
Het plan om te komen tot dit Bijzonder Provinciaal Landschap is tot ons genoegen door het college van B&W van Zeist overgenomen. Als onderdeel van het raadsvoorstel over het Interregionaal Ruimtelijk Perspectief, stelt het college de Gemeenteraad voor, dit gebied voor te dragen bij de Provincie.
Ondertussen zijn we bezig ook de andere gemeenten, Bunnik, De Bilt en Utrecht hier enthousiast voor te maken. En natuurlijk de Provincie Utrecht en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Maar we praten ook met Het Utrechts Landschap en andere terreinbeheerders zoals Staatsbosbeheer en met agrariërs en financiële instellingen.
De aanwijzing tot Bijzonder Provinciaal Landschap is een eerste stap in een ongetwijfeld lastig en intensief proces. Er zijn vele belangen mee gemoeid, waaronder de belangen van de grondeigenaren, al dan niet agrariër.
Maar door deze stap te nemen, komt de droom dichterbij om iets van de rijke natuur en biodiversiteit in het westelijk buitengebied van Zeist e.o. terug te brengen.