Dinsdag 12 maart was ik bij de presentatie van een literatuurstudie naar de wilde bij in Zeist, uitgevoerd door de Universiteit Wageningen op uitnodiging van Zeist Zoemt Duurzaam.
Eigenlijk weten we het best: de bijenstand gaat achteruit en dat komt door verlies van leefomgeving, voedseltekort en het gebruik van insecticiden.
Het onderzoek, gebaseerd op gegevens over de afgelopen 10 jaar, toont aan dat er in onze omgeving nog 143 soorten voorkomen, waarvan 20 relatief veel. 27 Soorten staan op de Rode Lijst.
Bijen-hotspots zijn vliegbasis Soesterberg, het voormalig luchtvaartmuseum en De Krakeling. Gebieden om zuinig op te zijn maar ook om te gebruiken.
Bijenlint
Bijen zijn over het algemeen honkvast en leggen geen grote afstanden af. De aanleg van een zgn. bijenlint helpt ze om zich - bij wijze van spreken – stapsgewijs over een groter gebied te verspreiden. Zo’n bijenlint creëer je door de insecten nestgelegenheid en voldoende voedsel te bieden. In Zeist kunnen we de 3 bijenhotspots benutten als kraamkamers voor een grotere bijenpopulatie in de rest van de gemeente. De onderzoekers lijkt het heel kansrijk om een bijenlint aan te leggen dat via de bermen van de A28 en Vollenhove (De Dreef) oversteekt naar Zeist West dat heel veel mogelijkheden biedt voor een goede bijenbiotoop vanwege het vele (openbare) groen. Om dat voor elkaar te krijgen, moet er nog heel wat gebeuren denk ik, maar als je naar de kaart van Zeist kijkt, hebben ze wél gelijk.
Doe wat
Als particuliere woningbezitter of huurder is het zaak je tuin of balkon aantrekkelijk te maken voor bijen: meer bloemen, liefst verschillende soorten zodat er van maart tot oktober – als de bijen nectar zoeken – altijd wat te eten is. Nestelen doet een bij meestal in de (zand)grond maar andere soorten kiezen voor holtes zoals plantenstengels (niet afknippen dus maar laten staan tot het voorjaar!!) of een bijenhotel.
De gemeente heeft als eigenaar en beheerder van veel openbaar groen grote invloed op een goede biotoop voor de bijen: door vegetatie te kiezen die voor insecten aantrekkelijk is (om te eten en te nestelen), door geen pesticiden te gebruiken en weinig te maaien. We kunnen de gemeente helpen met goede ideeën over de inrichting (gras, struiken/planten of bomen) en bestemming (hondenuitlaatplek, natuurpark, moestuin) van het groen. Tip: leg met buurtbewoners contact met je wijkmanager en bespreek wensen en mogelijkheden.
Ik vond het een inspirerende avond en ga zeker proberen (nog) meer insecten te verleiden om mijn tuin te bezoeken.
Het rapport "in het belang van de bijen" staat binnenkort op de pagina van Zeist Zoemt. Surf ook even langs andere werkgroepen zoals Steenbreek want daar vind je volop tips voor een groene en bijvriendelijke leefomgeving.
Anne-Marie Bergervoet
Rapport